Buitenplaats Binnenrust

Ligging

Abcoude - Hoogstraat 24

Geschiedenis

Vanaf 1663 komen we een Hendrik van Hooftveld tegen, die grond probeert te kopen in het gebied, waar later de buitenplaats zou worden gebouwd. In 1679 weet hij drie percelen samen te voegen, met een totale oppervlakte van ca 1,7 ha. Het is niet duidelijk of Van Hooftveld opdracht heeft gegeven om de buitenplaats te bouwen.

In 1706 komen we in de verkoopakte Henrick de Veer als eigenaar tegen. Henrick de Veer was kapitein ter zee van 's Lands vloot en mogelijk heeft hij de buitenplaats de naam Binnenrust gegeven, in contrast met de wilde zee "buiten". Henrick verkoopt in dat jaar de buitenplaats aan Johannes Gousset.

Johannes Gousset werd in december 1686 Schout van Abcoude-Statengerecht. Hij volgt zijn oom Daniël op, die door schulden uit het ambt werd gezet. Omdat hij 'pas' 19 jaar oud is, wordt zijn vader Pieter aangesteld als voogd. Omdat zijn vader op 11 september 1687 sterft, wordt eerst de advocaat van zijn moeder, Laurens Vervoorn, voogd, maar in het voorjaar van 1688 vraagt Johannes aan de Staten van Utrecht om zelfstandig Schout te mogen worden. Dit wordt door de Staten ingewilligd en op 31 juli 1688 legt hij de eed af. In januari 1690 wordt Johannes ook schout van Abcoude-Sint-Pietersgerecht.

De buitenplaats stond niet ver van het dorp Abcoude en het landgoed werd begrensd door de Angstel en de huidige Hoogstraat, die toen Heerenweg heette. Ten zuiden van Binnenrust lag de kleine buitenplaats Nieuwerlust. Op Binnenrust, dat bij aankoop in 1706 al zijn grootste omvang had bereikt, voerde het gezin Gousset een 'grote staat'. De omschrijving in 1706 luidt: "seeckere hoffstede met de annexe Heerschapshuysinge, thuynen, stallingen, voorkamers, wagenhuys, Speelhuys, thuynmanswoningh, ...".

Johannes overlijdt op 5 januari 1733 en 3 maanden later verkopen zijn kinderen de buitenplaats aan Samuel Gideon Wobma voor ƒ 16.800,00 die de buitenplaats een half jaar later al weer verkoopt.

De inrichting van het huis is in laatste genoemd jaar nog erg sober. In de verkoopakte wordt als mee te verkopen zaken genoemd: "twee ledikanten met derselver behangsels en een tafel met een tafelkleet".

In 1749 blijkt het huis flink te zijn verfraaid: In het huis bevinden zich dan vaste schilderijen (waarschijnlijk boven de deuren), spiegels in de schoorsteenomlijstingen en "behangzels" in de kamers. Dit zijn waarschijnlijk op doek geschilderde voorstellingen. Verder worden "staande en leggende plaaten" genoemd, waarmee naar alle waarschijnlijkheid marmeren vloer- en wandbekleding in de gang bedoeld is. Bij het huis hoorde verder een schuitenhuis, waarin zich een tweeriems roei-jacht bevond en een fontein in de tuin, die in werking werd gesteld door middel van een "lugtpomp en vijff koopere instrumenten". Om de fontein in werking te houden had een knecht zijn handen vol! Verder stonden er verschillende ornamenten in de tuin.

In 1786 wordt de buitenplaats voor ƒ 5.300,00 verkocht, terwijl de prijs in 1829 is opgelopen tot ƒ 10.000,00! Bij deze laatste verkoop wordt ook gesproken over "Binnenrust met deszelfs dubbele heerenhuizinge". In het begin van de 19e eeuw is de buitenplaats waarschijnlijk verbreed, want vanaf die tijd bevinden zich in de achtergevel ook twee ramen en een deur. Deze verbouwing heeft dan plaats gevonden in opdracht van de weduwe Jacoba Hester Kips-Kool, na het overlijden van haar man in 1800. De stijl van het huidige huis, duidt ook op een ver- of herbouw in genoemde periode.

In 1829 wordt in de verkoopakte tevens gesproken over een "Engelsch plantsoen", die mogelijk ook in het begin van de 19e eeuw is aangelegd. Op een kadasterkaart uit 1818 zien we deze aanleg met slingervijver. Volgens overlevering moeten zich over deze vijver twee fraaie houten bruggetjes bevonden hebben. Tenslotte is door de weduwe waarschijnlijk ook de theekoepel gemoderniseerd. Langs de Vecht kwamen meer welgestelde weduwen voor, die hun buitenplaats groots lieten verbouwen: op Gunterstein Magdalena Poulle, op Goudenstein Sophia van der Muelen en op Cromwijck Elisabeth Rotgans.

Na verschillende keren in andere handen te zijn overgegaan, wordt de buitenplaats in 1871 via een veiling gekocht door Dirk Lodewijk Holst. Dirk Lodewijk en zijn vrouw kregen in totaal zeven kinderen. Misschien om de kosten voor het onderhoud van zijn kinderen te kunnen betalen of door financiële tegenvallers, verkoopt hij in 1878 de helft van het park (ca 1 ha) voor de aanleg van een woonwijk. In 1886 vertrekt het gezin naar Nieuw Amsterdam om mogelijk daar fortuin te zoeken.

Het huis wordt gekocht door de heer Van Veen, kennelijk als belegging, want hij verhuurde het aan een familie Strikwerda. Opnieuw wordt een deel van de grond verkocht (4400 m2), zodat er nog maar 4300 m2 over blijft. Door deze twee verkopen staat de theekoepel niet meer op het grondgebied van de buitenplaats.

Vanaf 1893 wordt het huis bewoond door verschillende burgemeesters van Abcoude/Baambrugge. Eerst werd het huis gehuurd, maar in 1903 gekocht door de toenmalige burgemeester, Jhr. Mr. Willem Bernardus Sandberg. Tegen het einde van de Tweede Wereldoorlog was er op Binnenrust een noodhospitaal gevestigd. Er werd in Binnenrust een ziekenhuis ingericht, omdat tegen het einde van de oorlog het vanuit Abcoude en Baambrugge vaak ondoenlijk was om de ziekenhuizen in Utrecht en Amsterdam te bereiken.

In 1963 wordt de Gemeente de nieuwe eigenaar gedurende 17 jaar. Door de gemeente wordt in 1975 opdracht gegeven de theekoepel te restaureren en te verplaatsen naar een plek binnen het overgebleven deel van de tuin.

In 1980 verkoopt de gemeente het huis aan de heer De By die het na een periode van 14 jaar verkoopt aan de heer Vlek, lid van de Raad van Bestuur van het concern Reed-Elsevier, die er nu samen met zijn gezin woonde tot 2003. Daarna is het nog verscheidene keren verkocht.

Bewoners

  • 1679 - Hendrik van Hooftveld
  • - 1706 Henrick de Veer
  • 1706 - 1733 Johan Gousset x Maria de la Mine
  • 1733 Samuel Gideon Wobma
  • 1733 - 1745 André Amsincq x Marthe van der Hulst
  • 1745 - 1749 Bernard van Baalen
  • 1749 - 1756 Anna Constantia van Beek x Jacobus de Bruyn
  • 1756 - 1757 mr. Willem de Bruyn en Anna Cornelia de Bruyn
  • 1757 - 1785 Christoffel Brands Stroesling
  • 1785 - 1786 Thomas Lodewijk Richard
  • 1786 - 1800 Bernard Kips
  • 1800 - 1829 weduwe Jacoba Hester Kips-Kool
  • 1829 - 1834 Jan of Abraham Haar of Maarskamp
  • 1834 - 1844 Frederik Lodewijk Altmann
  • 1844 - 1848 Catharina Adriana Boon
  • 1848 - 1870 Laurentia Leonora Boon
  • 1870 - 1871 Guillam Jan Hendrik Bruinier
  • 1871 - 1885 Dirk Lodewijk Holst
  • 1885 - 1896 Gerardus Catharina van Veen
  • 1896 - 1903 Willem van Veeren
  • 1903 Theodorus Moinat
  • 1903 - 1913 jhr. mr. Willem Bernardus Sandberg
  • 1913 - 1917 Frederik Christiaan Constantijn baron van Tuyll van Serooskerken
  • 1917 - 1924 jhr. mr. Pieter Paul de Beaufort
  • 1924 - 1934 jhr. Mr. Cornelis Dedel (burgemeester)
  • 1934 - 1939 mr. A.L. (loek) des Tombe (burgemeester)
  • 1939 - 1947 Baron Mr. S.P. (Sam) Bentinck
  • 1947 - 1963 jhr. Mr. Louis Henri Quarles van Ufford
  • 1963 - 1980 gemeente Abcoude
  • 1980 - 1994 Eugene J.R.M. de By
  • 1994 - 2003 drs. P.C.F.M. Vlek
  • 2003 - 2015 Frank Messmann x Jolanda Biekmann
  • 2015 - drs. P.A. (Tom) Voûte

Huidige doeleinden

  • Particuliere bewoning

Opengesteld

  • Niet toegankelijk

Bronverwijzing

  • Slebos, ir. D.L.H., “Binnenrust”: In jaarboekje 1999 van het Oudheidkundig Genootschap Niftarlake
  • Munnig Schmidt, E, “Binnenrust te Abcoude”: In jaarboekje 1995 van het Oudheidkundig Genootschap Niftarlake, blz. 69 – 79
  • Monumenten-inventarisatie provincie Utrecht – Abcoude geschiedenis en architectuur.

Foto's

Foto's © Albert Speelman 2023

@