Ligging
Arnhem - Velperweg 149-153
Andere benaming
Lange Water, Nieuw Langewater,
Geschiedenis
In 1816 koopt Herman Stijgerwald voor 16.000 gulden van Adriana Wijborgh het landgoed Lange Water. Dit landgoed van ongeveer 75 ha ligt deels in Arnhem, deels in Velp en omvat ook de ruim 8 ha van het latere Bronbeek. Hij laat al spoedig na de aankoop 'waterwerken' aanleggen op zijn bezitting. Na drie jaar verkoopt hij alle gronden ten zuiden van de Velperweg met het huis Lange Water aan de griffier Vitringa. Het nog onbebouwde terrein met de bronnen en waterpartij ten noorden van de Velperweg blijft zijn eigendom. Daar voegt hij de percelen Heetkamp en Breeden Eng samen onder de naam Nieuw Langewater. Rond 1820 laat hij een huis nabij de vijvers bouwen. Daar gaat hij met zijn tweede vrouw Magdalena Eskens wonen. In het testament dat zij in 1822 maken staat dat zij wonen op Bronbeek.
Herman overlijdt in 1830 op Bronbeek. Zijn weduwe laat een paar maanden later notarieel een beschrijving van alle bezittingen opmaken om de belangen van haar kinderen veilig te stellen. Het huis heeft op dat moment een kelder, keuken, deel, zolder en tenminste twee kamers. Het is goed mogelijk dat de latere villa Bronbeek op de fundering van dit eerste huis is gebouwd.
In 1833 hertrouwd Hermans weduwe met de houthandelaar Mattheus van Soest. Een akte uit 1836 toont aan dat het echtpaar op Bronbeek wijzigingen heeft aangebracht om het huis als buitenplaats te voltooien. In 1838 verkoopt Magdalena het hele landgoed aan Pierre Constant Bergé, suikerrafinadeur te Rotterdam, voor 18.000 gulden. De verkoopakte geeft de volgende beschrijving: "Het Buitengoed Bronbeek genaamd .... bestaande uit Heerenhuis met achterhuis waarin paarden en beestenstalling, wijders tuin, boomgaard, twee stukken bouwland waarvan één aan den Straatweg, bosch en wandelingen met bronnen en waterwerken op de plaats zelve ontspruitende ... met de opgaande boomen en het regt van bepoting langs den Straatweg ..."
Bergé verkoopt de buitenplaats in 1840 aan Carel Johan Verkouteren uit Leiden voor 17.000 gulden. Hij laat het huis in 1842 herbouwen. In 1848 verkoopt hij het aan Jan Jacob van Braam voor 33.000 gulden. In de koopakte van 1848 wordt het omschreven als: "Het Buitengoed Bronbeek genaamd, bestaande uit Heerenhuis en verdere gebouwen, tuin, en tot wandeling aangelegd terrein, bouw- en weiland, akkermaalsbosch en water aan een geheel, .... en wat aangaat de gebouwen en verdere aanleg door de Heer Verkooper is daargesteld ...." Van Braam brengt ook verbeteringen aan. Onder meer bouwt hij een koetshuis en laat hij een fontein aanleggen, die via een loden buis wordt gevoed door water van een hoger gelegen vijver.
Van Braam verkoopt de buitenplaats in 1850 voor 75.000 gulden aan koning Willem III, die zich bij de notaris laat vertegenwoordigen door zijn architect Henri Camp. Hij krijgt van de koning opdracht de villa aan te passen aan de status van de nieuwe eigenaar. De verbouwing van de villa kost meer dan het hele landgoed, namelijk 84.000 gulden. Het terrein ondergaat een verandering. De ingang wordt verplaatst naar de zuidwesthoek en daar wordt een wachthuis gebouwd.
Na een korte periode als koninklijk lusthof is het nu in gebruik als Koloniaal Militair Invalidenhuis Bronbeek.
Bewoners
- 1816 - 1830 Herman Stijgerwald x Magdalena Eskens
- 1830 - 1833 Magdalena Eskens
- 1833 - 1838 Magdalena Eskens x Mattheus van Soest
- 1838 - 1840 Pierre Constant Bergé
- 1840 - 1848 Carel Johan Verkouteren
- 1848 - 1850 Jan Jacob van Braam
- 1850 - koning Willem III
- - Ministerie van Defensie
Huidige doeleinden
Opengesteld
Bronverwijzing
- Niek Ravensbergen - tekst: "Bronbeek 1816-1854: van bescheiden buiten naar koninklijk lusthof"