Buitenplaats Ipenburg

Ligging

Baambrugge - Rijksstraatweg 4

Andere benaming

Iepenburg

Geschiedenis

De precieze ontstaansdatum is niet bekend, maar in 1685 bewoonde mr. Dirck van Naerden de buitenplaats. Deze mr. Dirck van Naerden was in 1680 voor de tweede of derde getrouwd en wel met Elisabeth den Otter. De familie Van Otter was een oud Amsterdams geslacht van kooplieden. Dirck van Naerden had al een dochter uit een eerder huwelijk en Dirck en Elisabeth kregen zelf nog 3 kinderen. Na het overlijden van Dirck (voor 1694) blijft Elisabeth den Otter met haar kinderen op Ipenburg wonen. Later trok waarschijnlijk ook haar schoonzus, Christina Hagen, weduwe van Nicolaes van Naerden, broer van Dirck, bij haar in.

In 1721 verkoopt Elisabeth de buitenplaats aan Nicolaas Moolenaar, die koopman te Amsterdam was. In 1722 koopt hij aan de andere zijde van de Vecht een stuk land tussen Meerleveld en Langverswegen van Hugo Dierten Laegland. Op dit perceel liet Nicolaas een stalling bouwen voor zijn rijtuig, waarmee hij naar Amsterdam kon rijden. Dit perceel kon hij bereiken met "de pont, daar men mede overvaert". Deze pont is er nog steeds!

In 1748 vinden we als eigenaar van Ipenburg Pieter van Buytene, die getrouwd was met Maria van Spyk. Pieter is Rooms-Katholiek en zijn echtgenote kerkt in de Hervormde Kerk van Abcoude. Zowel Pieter, die op 10 maart 1762 sterft, als Maria worden uiteindelijke begraven in de Hervomde Kerk van Abcoude. Een grafsteen herinnert hier nog aan.

Voordat Ipenburg gebouwd werd, werd het terrein eerst flink opgehoogd, waardoor de hoofdverdieping zich op de onderste woonlaag bevindt, dit in tegenstelling tot veel andere huizen, waarbij de hoofdverdieping zich boven de onderste woonlaag bevindt.

Van 1807 tot 1818 was Nicolaas van Voorthuijsen, die in 1810 burgemeester van Abcoude werd, eigenaar. De buitenplaats werd in 1829 openbaar verkocht en kwam daarmee in handen van de agrariër Jan van Wees. Hiermee begint de geschiedenis van Iepenburg als boerderij. De tweede verdieping van het herenhuis werd afgebroken en er werd een veestal aan toegevoegd. Het gebouw behield zijn oorspronkelijke breedte van 16 meter en werd waarschijnlijk afgedekt met twee lage, evenwijdige kappen. De overige gebouwen op het terrein werden afgebroken.

Keetje van Wees was van 1870 tot 1905 eigenaresse van de boerderij. Zij was getrouwd met Elbertus Miltenburg en de naam Miltenburg bleef al met al een eeuw aan Iepenburg verbonden. De boerderij werd in 1905 grondig verbouwd en kreeg het pand haar huidige afmetingen. De breedte werd teruggebracht tot 11 meter en werd met één grote kap overdekt.

Bewoners

  • 1684 - 1694 mr. Dirck van Naerden
  • 1694 - 1721 Eilsabeth den Otter
  • 1721 - 1732 Nicolaas Moolenaar
  • 1732 - 1740 Deliana Moolenaar x Hendrik de Jager
  • 1740 - 1741 Hemanus Wijnnoltz
  • 1741 - 1748 Hendrik Hooft Gerritszn.
  • 1748 - 1762 Pieter van Buytene
  • 1762 - 1770 Jacob van Zeiler
  • 1770 - 1778 Johannes van Seppenwolde
  • 1778 - 1807 mej. Anna Cornelia Pauw
  • 1807 - 1818 Nicolaas van Voorthuijsen en Gerrit Rinzes Voormeulen
  • 1818 - 1820 Gerrit Rozes Voormeulen en Rintze Poort
  • 1820 - 1821 Jacques Marc Fraissinet
  • 1821 - 1828 Jean Pierre Wilhelm Perez
  • 1828 - 1870 Jan van Wees
  • 1870 - 1905 Keetje van wees x Elbertus Miltenburg

Huidige doeleinden

  • Boerderij
  • Particuliere bewoning

Bronverwijzing

  • ir. D.L.H. Slebos, Drie verdwenen Buitenplaatsen aan de Angstel te Baambrugge, De bewoners en hun buren in: jaarboekje 1998 van het oudheidkundig genootschap Niftarlake, blz. 49 - 85
  • Abcoude. Geschiedenis en architectuur

Foto's

Foto's © Albert Speelman 2024

@