Buitenplaats Akerendam

Ligging

Beverwijk - Velserweg 20

Geschiedenis

Tussen 1637 en 1639 kocht de koopman en regent dr. Jan Bicker grond in Beverwijk voor de aanleg van een hofstede. Het huis kwam in 1639 gereed. Tussen 1639 en 1648 werd een park aangelegd in de geometrische opzet van het Hollands classicisme. Jan Bicker bouwde in 1640 De Eult bij Baarn als vaste zomerresidentie. Akerendam werd gebruikt als jachthuis. Hij verkoopt de buitenplaats in 1648 aan zijn nichtje Margaretha Bicker van Swieten en haar man Gerard van Hellemont.

De nieuwe eigenaars breidden het grondgebied uit en lieten omstreeks 1655 aan de noordzijde van het huis een vleugel aanbouwen. Het park bestond toen uit twee delen: een vierkant perceel en een smaller, langgerekt parkdeel ten westen ervan. Alle percelen werden omgeven door watergangen. Een monumentale poort, recht voor het huis, vormde de hoofdentree tot de buitenplaats. Aan weerszijden van het huiseiland lagen boomgaarden of bosketten (bomen die volgens een geometrisch patroon zijn geplant).

Na het overlijden van Gerard in 1658 hertrouwde zij in 1662 met Cornelis Geelvinck, een weduwnaar met een aantal kinderen. Na het overlijden van Margaretha in 1697 kwam de buitenplaats in eigendom van haar stiefzoon Joan Geelvinck.

Na zijn overlijden in 1707 kwam het in handen van zijn dochter Catharina Clara. Zij was gehuwd met Willem Boreel. Rond 1715 breidden zij - tevens eigenares van buitenplaats Scheybeek - het terrein van de buitenplaats aanzienlijk uit. Aan het begin van de 18e eeuw werd voor het eerst de naam Akerendam gebruikt.

Het huis werd in 1724 gekocht door de Jean Lucas Pels voor 50.000 gulden. Hij en zijn broer Pieter werden in hun tijd geacht 'de grootste cooplieden en reders van scheepen, de geheele weerelt door' te zijn. Hij liet kort daarop het huis en park moderniseren. Het huis kreeg zijn huidige uiterlijk en het interieur werd aangepast aan de modieuze rococostijl. Ook de parkaanleg ging deels op de schop. De openbare weg tussen de beide parkdelen werd opgeheven. Hiermee werd een aaneengesloten park gecreëerd. De westentree van het huis kreeg een pronkgevel en in samenhang daarmee werd ook de grote vijver aangelegd.

Eind 1740 hertrouwde Jan Lucas met weduwe Anna Elisabeth Geelvinck, die de naastgelegen buitenplaats Scheybeek bezat. Een maand later overleed Jan Lucas en zijn weduwe bleef op Scheybeek wonen. Zij verkocht Akerendam in 1742 aan haar broer mr. Nicolaas Geelvinck. Hij bewoonde de buitenplaats bijna twintig jaar. In 1762 verkocht zijn weduwe, Maria Margaretha Corver het bezit aan het Susanna Jacoba van Harencarspel en haar man Hendrik Nicolaas Sautijn. De buitenplaats was op dat moment circa elf hectare groot. De bijgebouwen betroffen een stal voor 21 paarden, een menagerie en een oranjerie. Het park was aangekleed met veel tuinbeelden, vazen en andere tuinornamenten.

Paul Christiaan Fuchs uit Haarlem werd in 1779 eigenaar, maar hij verkocht het binnen een jaar en kocht de buitenplaats Scheybeek. Na hem volgden kort op elkaar de uit Amsterdam afkomstige kooplieden Wolfert Beeldsnijder en Jan Och. In 1789 werd Gerrit Hooft eigenaar. Waarschijnlijk heeft hij de buitenplaats, die inmiddels met weiden en bouwland 17 hectare groot was, laten omvormen in landschapsstijl. De verkoopadvertentie uit 1800 meldt over het park: "aangenaam bosch, doorsneden met onderscheiden wandelpaden en Engelsche partijen, vischrijke vijvers en carperkom'". De buitenplaats werd gekocht door de Beverwijkse makelaar Christiaan Stumphius. In tegenstelling tot wat veel andere buitenplaatsen in die jaren overkwam, werd deze niet gesloopt en als bouwmateriaal verkocht. Het geheel werd doorverkocht aan schout-bij-nacht en vice-admiraal Johan Arnold Bloys van Treslong (1757 - 1824). Deze liet aan de Velserweg de nog bestaande tuinkoepel bouwen. Vandaar uit had men een weids uitzicht over de weiden en het Wijkermeer. Hij paste ook het padenpatroon aan en veranderde de entree in de halfronde toegangsdreef met twee ingangen. In 1814 werd het verkocht aan de Alkmaarse weduwe Monsieur-Bergknegt. Weduwe Van Kretschmar-van Oyen werd in 1817 eigenaar. Uit haar boedel werd de buitenplaats in 1832 verkocht aan Adriaan Huygens. Hij verbouwde het huis naar 19e eeuwse smaak, met moderne ramen en witte bepleistering. De voorgevel werd versierd met een opzetrand langs het dak.

In 1852 kocht Adriaan Volckert Teding van Berkhout de buitenplaats. Hij verkavelde het en verkocht er delen van. Het huis, met 2,5 hectare terrein rondom het huis werd verkocht aan mr. Willem Louis Sluyterman van Loo. Deze maakte de grote veranderingen aan het omringende landschap mee. Tussen 1865 en 1876 werden het Wijkermeer en delen van het IJ ingepolderd en werd het Noordzeekanaal gegraven. Hiermee verdween het voor buitenplaatsen zo kenmerkende uitzicht over het wijde water. De parkaanleg werd waarschijnlijk door hem aangepast aan de verkleinde situatie.

In 1879, na het overlijden van Willem Louis, ging de buitenplaats over op zijn drie ongehuwde dochters. Zij bestemden het huis voor huisvesting en verpleging van nette, ongehuwde Protestantse dames. Na het overlijden van mevrouw F.H. Sluyterman het Loo in 1916 werd het gehele bezit ondergebracht in de Stichting Sluyterman van Loo.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog had de buitenplaats veel te lijden. Vanaf 1946 werd het huis gerestaureerd en geschikt gemaakt voor bewoning door zeven oudere dames. De bijgebouwen werden afgebroken en het park werd hersteld, waarbij het parkdeel ten zuiden van het huis door landschapsarchitect J.T.P. Bijhouwer vorm werd gegeven. De percelen rondom de buitenplaats werden steeds meer bebouwd met woningen en aan de zuidwestzijde verrees het Rode Kruis Ziekenhuis.

In 1966 werd bij het baggeren van de verzande vijver de 18e eeuwse kademuurtjes gevonden, waarna de vijver is gereconstrueerd naar het oude model. Er werd grond aangekocht ten noorden van de buitenplaats. Hierop is tussen 1977 en 1988 het seniorencomplex Nieuw Akerendam gebouwd. Het hoofdhuis werd hierna opnieuw gerestaureerd en bestemd als kantoor voor de Stichting Sluyterman van Loo.

Het park werd eind jaren '80 opgeknapt. Aan de westzijde is een ommuurde moestuin aangelegd, met een oranjerie, kas en een schuur naar een ontwerp van architect René Bosch van Drakenstein. Er werd ook een nieuwe tuinmanswoning gebouwd voor de vaste tuinbaas. Diverse onderdelen van het park werden gerestaureerd en verfraaid.

Bewoners

  • 1637 - 1648 dr. Jan Bicker
  • 1648 - 1658 Margaretha Bicker van Swieten x Gerard van Hellemont
  • 1658 – 1662 Margaretha Bicker van Swieten
  • 1662 – 1697 Margaretha Bicker van Swieten x Cornelis Geelvinck
  • 1697 - 1707 Joan Geelvinck
  • 1707 - 1724 Catherina Clara Geelvinck x Willem Boreel
  • 1724 - 1740 Jean Lucas Pels x Anna Elisabeth Geelvinck
  • 1740 – 1742 Anna Elisabeth Geelvinck
  • 1742 - 1764 Nicolaas Geelvinck x Maria Margarertha Corver
  • 1764 - 1765 Susanna Jacoba van Harencarspel x Hendrik Nicolaas Sautijn
  • 1765 – 1779 Susanna Jacoba van Harencarspel
  • 1779 - 1780 Paul Christiaan Fuchs
  • 1780 - Wolfert Beeldsnijder
  • - 1789 Jan Och
  • 1789 - 1800 Gerrit Hooft
  • 1800 Christiaan Stumphius
  • 1800 - 1814 Johan Arnold Blois van Treslong
  • 1814 - 1817 Monsieur-Bergknegt
  • 1817 - 1832 Van Kretschmar-van Oyen
  • 1832 - 1852 Adriaan Huygens
  • 1852 - Adriaan Volckert Teding van Berkhout
  • - 1879 Willem Louis Sluyterman van Loo
  • - 1916 F.H. Sluyterman van Loo
  • 1916 - Stichting Sluyterman van Loo

Huidige doeleinden

  • Kantoor

Opengesteld

  • Niet toegankelijk

Bronverwijzing

  • Noord-Hollands Arcadia
  • "Vijf eeuwen bloemperken - 26 mei t/m 16 september 2012 Akerendam - Beverwijk"
  • Amstelodamum, 1958 – ‘De Hofsteden Scheybeek en Arkerendam te Beverwijk”, pag. 123-132

Foto's © Albert Speelman 2023

@