Buitenplaats Mariëndal

Ligging

Breda - Ulvenhoutselaan

Geschiedenis

In 1843 werd Villa Mariëndal gebouwd in Italiaanse stijl naar een ontwerp en onder toezicht van de architect Egidius Stephanus Heynincx, in opdracht van de gemeente secretaris van Ginneken en Bavel, Cornelis W. Oomen (1811-1866).

Cornelis Oomen trouwde in 1843 met Maria Theodora Delhez. In verband met zijn voorgenomen huwelijk zou hij het huis hebben laten bouwen en naar zijn vrouw genoemd hebben. Tussen 1846 en 1852 werden er vijf kinderen geboren.

Het perceel grond waarop de villa werd gebouwd, behoorde vanouds tot het landgoed Valkrust. In 1846 werd de bezittingen van het landgoed Valkrust verdeeld. Cornelis verwierf de grond waarop Mariëndal werd gebouwd.

In 1856 werd het landhuis verkocht aan Chrétien L. de Wit, grondeigenaar te Princenhage. Hij ging er niet zelf wonen, maar verhuurde het voor 400 gulden per jaar aan A.J. van Nouhuys, die de fabriekjes van de gebroeders Oomen had overgenomen. Twee jaar later werden de bezittingen van De Wit openbaar verkocht voor een bedrag van 5.765 gulden.

De nieuwe eigenaar, Jacob Meijnoud Engelberts, generaal-majoor van de artillerie. Hij was getrouwd in 1802 met Suzanne Elisabeth Remy. In 1867 verkocht hij zijn landhuis aan Peter Hendrik Leonard Lilly, voor 8.500 gulden. Het complex omvatte toen een herenhuis met erf, een remise en een bloemen- en moestuin. Hij woonde er met zijn gezin tot 1869. In dat jaar verkocht hij het huis voor 8.200 gulden aan mr. Willem Albarda, oud-officier van justitie te Groningen. Het bestond toen uit het huis, een remise en stal en een tuin, die samen 66 are en 80 ca. groot waren.

Mr. Willem Alberda (1821-1899) heeft in 1871 de remise en de stal laten afbreken en kwam er op een plaats dicht bij de kerk een dienstwoning (Duivelsbruglaan 11), het Romenyhuis. Na het overlijden van zijn vrouw Margaratha Henriëtte Cox in 1891, liet hij zijn huis openbaar verkopen.

In 1892 kocht Martinus A. Kuytenbrouwer het landhuis voor 13.000 gulden. Hij richtte de NV Ginnekensche Tramweg Maatschappij op. Hij was getrouwd met Charlotte Amalia de Josselin de Jong. Kuytenbrouwer heeft de villa direct weer verkocht aan Godefridus Adrianus Wirix. Hij heeft het in 1893 verkocht aan dr. Sigbertus Clemens Marie Soer. Hij was getrouwd met Christina Josephina Maria Beuns. Het echtpaar vestigde zich op 12 juli 1893 in Ginneken. Hij begon een inrichting voor fysische therapie onder de naam Bad Wörishofen.

In 1918 werd Antonie Johan Heerma van Voss de nieuwe eigenaar van de villa. Hij was suikerfabrikant te Leur. In 1880 getrouwd met Adèle L.A.D.M. Cattie. Na haar overlijden in 1919 hertrouwde hij met Marie Annie Reeman. Na het overlijden van Antonie in 1932 werd de villa door de erfgenamen te koop aangeboden.

De gemeente Ginneken en Bavel hadden belangstelling voor de villa, in verband met de bouw van een nieuw raadhuis. Heerma van Voss wilde zijn villa verkopen voor 55.000 gulden. Het voorstel werd in 1931 verworpen. Begin 1933 vroegen de erven Heerma van Voss aan de gemeente 37.000 gulden. De gemeenteraad vond dat nog steeds een te hoog bedrag. Er waren nog meer liefhebbers om Mariëndal te kopen. Toen het gerucht ging dat de rooms-katholieke instellingen ook belangstelling had voor het landhuis, richtte de hervormde gemeenschap op 8 april 1933 onder de voortvarende leiding van ds. Barend ter Haar Romeny de Stichting Huize Mariëndal op. De stichting kocht het landhuis met bijbehorende grond op 28 april 1933 voor 30.000 gulden. Daarmee was voorkomen, dat dit voor de protestantse gemeenschap zo gunstig gelegen buitengoed zou overgaan in roomse handen.

In 1934 werd het huis in gebruik genomen als vergaderplaats voor zes protestantse verenigingen. In de maanden juni tot en met september werd het gehele complex verhuurd aan de Bredase Stichting “Jeugdherberg”.

Tijdens de oorlogsjaren werd Huize Mariëndal gebruikt voor de legering van militairen. Na de bevrijding was de villa uitgewoond en de inventaris verdwenen. Toch kreeg het zijn vooroorlogse bestemming terug. In de vijftiger jaren kwam de villa leeg te staan, doordat de jeugdherberg naar Chaam verhuisde. In mei 1957 werd het huis afgebroken. De vroegere dienstwoning werd gerestaureerd. Van het oude Mariëndal rest alleen nog een gevelsteen. Deze steen is ingemetseld in een tuinmuur bij het Romenyhuis.

Bewoners

  • 1843 – 1856 Cornelis W. Oomen x Maria Theodora Delhez
  • 1856 – 1858 Chrétine L. de Wit
  • 1858 – 1867 Jacob Meijnoud Engelberts x Suzanne Elisabeth Remy
  • 1867 – 1869 Peter Hendrik Leonard Lilly x Maria Catharina Francisca Trippels
  • 1869 – 1891 mr. Willem Albarda x Margaretha Henriëtte Cox
  • 1892 Martinus A. Kuytenbrouwer x Charlotte Amalia de Josselin de Jong
  • 1892 – 1893 Godefridus Adrianus Wirix x Maria Pruhl
  • 1893 – 1918 dr. Sigbertus Clemens Marie Soer x Christina Josephina Maria Beuns
  • 1918 – 1919 Antonie Johan Heerma van Voss x Adèle L.A.D.M. Cattie
  • 1919 – 1932 Antonie Johan Heerma van Voss x Marie Annie Reeman
  • 1932 – 1933 erfgenamen van Heerma van Voss
  • 1933 - 1957 Stichting Huize Mariëndal

Huidige doeleinden

  • Verdwenen

Bronverwijzing

  • A.W. Jansen - "De buitenplaats Mariëndal aan de Mark te Ginneken, 1843-1957" - Jaarboek De Oranjeboom 42 (1989) pag 97 t/m 111

Foto's © Albert Speelman 2024

@