Ligging
Haarlem - het huis lag in Haarlem, de tuin in Heemstede tussen Adriaan Pauwlaan en Johan de Wtlaan, ten westen van de Crayenstersingel
Andere benaming
(Bosch-en-Hoven, Bosch en Hoven)
Geschiedenis
Het was aanvankelijk ‘een hofstede met huysinge en boomgaard’, gelegen op de grond die aan het Sint Elisabethgasthuis toebehoorde en door de bezitters van de hofstede van dit gasthuis voor ƒ 137 jaarlijks in erfpacht houden.
Op 2 april 1671 verkocht Machteld Bas, weduwe van Abraham de Visscher en haar kinderen de hofstede aan Gilles van de Camp (eigenaar van het Manpad) voor ƒ 3.400. Hij verkoopt het op 1 juni 1674 voor ƒ 4.000 aan Elisabeth Valck, weduwe van Thomas de Swaen.
Zes jaar later, 10 december 1680, verkoopt zij haar bezit aan Hendrik van Beuningen. Zijn weduwe verkoopt het op 22 februari 1698 aan Benjamin Dutry, heer van Haeften en bewindhebber van de Oost-Indische Compagnie. Deze breidde zijn grondgebied van 2 morgen tot 5 morgen uit. Waarschijnlijk bouwde hij een nieuw huis.
Op 25 oktober 1722 koopt zijn zoon mr. Jan Dutry voor ƒ 8.000 de hofstede. En vier jaar later op 16 mei 1726 verkoopt hij de hofstede voor ƒ 15.000 aan Jacob Alewijn Ghijsen.
De uitbreidingen van het terrein van het latere Bos en Hoven en de nieuw aangelegde tuingedeeltes in vroege landschapsstijl werden rond 1765 in kaart gebracht door Jan van Varel. In deze periode werd er ook een overplaats bij getrokken.
Een naam draagt het dan nog steeds niet. De naam Bosch en Hoven werd voor het eerst vermeld in de akte van 6 november 1793. Executeur-testamentair van Maria Feitsma, weduwe van Jan van Vollenhoven jr., verkocht de buitenplaats aan de Amsterdammer Willem Willink voor ƒ 71.000.
Omstreeks 1878 werd het huis nog gemoderniseerd. Begin 19e eeuw heeft J.D. Zocher sr. aan de tuinaanleg gewerkt. Voor het huis bevond zich een grote broderieparterre, waardoorheen de toegang vanaf de Herenweg liep.
De laatste bewoner was tot omstreeks 1920 de familie Onserwater. Daarna was in het huis een horecabedrijf gevestigd. Het park van Bos en Hoven veranderde in 1925 in een villapark. Het huis raakte in verval en brandde in 1933 af.
Van de buitenplaats resteren nog het voormalige koetshuis, oranjerie en de theekoepel. De theekoepel stond eerst aan de Herenweg, maar is in 1927 verplaatst naar de hoek van Zwarteweg en de Mr. Enschedéweg in Aerdenhout.
Het voormalige koetshuis (Caspar Fagellaan 8) en oranjerie (Caspar Fagellaan 10) worden particulier bewoond.
Bewoners
- - 1671 Machteld Bas
- 1671 – 1674 Gilles van de Camp
- 1674 – 1680 Elisabeth Valck
- 1680 – 1698 Hendrik van Beuningen
- 1698 - 1722 Benjamin Dutry
- 1722 – 1726 Jan Dutry
- 1726 – Jacob Alewijn Ghijsen
- - 1793 Maria Feitsma
- 1793 - Willem Willink
- - 1921 familie Onserwater
Huidige doeleinden
- Verdwenen
Bronverwijzing
- Noord-Hollands Arcadia
- Groesbeek, J.W. - Heemstede in de historie - 1972 - pag 56-57