Ligging
Haarlem - Dreef 3 / Paviljoenslaan 1
Andere benaming
Huis van dhr. Hope / Het Paviljoen
Geschiedenis
In 1695 kocht de Amsterdamse koopman Adriaen de Quesnoy een terrein aan de Baan bij de Dreef en stichtte hier buitenplaats Welgelegen. Een naburig tweede huis op het terrein van De Quesnoy kreeg de naam Ongelegen. Voor 1727 werd Ongelegen eveneens Welgelegen genoemd.
Omstreeks 1754 was de buitenplaats voorzien van een hoofdgebouw met zaal, koepel, vier kamers, meidenkamer, biljartkamer en keuken, verder van een koetshuis, een oranjerie en tuin met tuinsieraden en oranjebomen.
In 1769 kocht de Amsterdamse bankier Henry Hope de inmiddels uitgebreide buitenplaats. Hope breidde de buitenplaats in de volgende decennia uit door aankoop van een hele reeks van omliggende buitenplaatsjes (onder meer 'Ouden Hout' en 'Hout en Baan'). In 1785 vroeg Hope vergunning aan voor de bouw van een paleisachtige huis. Wie aan het ontwerp van het huis heeft meegewerkt, is onbekend. Mogelijke kandidaten zijn de architecten Leendert Viervant en Michel Baron de Triquetti, consul van Sardinië. De uitvoering werd waarschijnlijk geleid door de Zuid-Nederlandse architect Jean-Baptiste Dubois. Omstreeks 1789 was het huis, tenminste wat de façade betreft, klaar. Tussen 1789 en Hope's vlucht naar Engeland in 1794 was hier onder meer de omvangrijke kunstverzameling van Hope tentoongesteld.
Een deel van de Haarlemmerhout tegenover de voorkant van Welgelegen, namelijk 'de Kleine Hout' en het voormalige 'Kaatsveld', werd optisch bij Welgelegen getrokken als overplaats.
Nadat Lodewijk Napoleon in 1808 eigenaar was geworden van Welgelegen, werd de buitenplaats ook Paviljoen of Paviljoen Welgelegen genoemd.
Lodewijk Napoleon bestemde de overplaats in de Haarlemmerhout tot dierentuin en gaf de bekende tuinarchitect Johann David Zocher sr. opdracht hiervoor ontwerpen te maken. De plannen werde uiteindelijk niet verwezenlijkt. Lodewijk Napoleon kocht in 1808 ook een aantal buitenplaatsen aan het Spaarne, namelijk Vlietzorg, Zorgliet en Buitenzorg. De koning liet deze buitenplaatsen met Welgelegen verbinden via een brug over de Kleine Houtweg. Een ontwerp voor de samenvoeging van Welgelegen met de buitenplaatsen aan het Spaarne werd in 1809 getekend door J.D. Zocher sr.
Tussen 1813 en 1820 woonde de weduwe van stadhouder Willem V, prinses Friederika Sophia Wilhelmina van Pruisen op Welgelegen.
In 1828 nam de koning Willem I de beslissing om Welgelegen een museale functie te geven. Na enige vertraging was hier tussen 1853 en 1885 het Museum van Levende Nederlandsche Meesters gevestigd en tussen 1853 en 1864 het Geologisch Museum. Later volgden het Koloniaal Museum, het Kunstnijverheidsmuseum, het Fotografisch Museum en de opstelling van de historische vertrekken.
Sinds 1930 is Welgelegen in gebruik als provinciehuis van de provincie Noord-Holland.
Bewoners
- 1695 - Adriaen de Quesnoy
- 1769 - Henry Hope
- 1808 - Lodewijk Napoleon
- 1930 - Provincie Noord-Holland
Huidige doeleinden
- Provinciehuis van Noord-Holland
Opengesteld
- Toegankelijk voor gasten
Bronverwijzing
- Noord-Hollands Arcadia