Ligging
Haarlem
Geschiedenis
Aan de noordzijde van de buitenplaats Meermond lag nog een buitenplaats, waarvan de naam in de transportakten niet genoemd werd. Het bezit werd in 1667 omschreven als ‘een hofstede met 9 morgen weij- en teelland, huismanswoning, boomgaert aen ’t Spaarne’. In dat jaar werd het gekocht door mr. Pieter Bol, burgemeester van Haarlem, van de erfgenamen van de dames Anna en Johanna de Haen.
Magdalena Ruijl, weduwe van Pieter Bol, verkocht het voor ƒ 6.000,00 op 16 juni 1700 aan Aletta Bol, weduwe van Johan Ruijl. Het was toen nog een boerderij. Tussen 1700 en 1731 werd er een herenhuis gebouwd, dat in laatstgenoemd jaar staat op naam van juffrouw Beatrix Ruijl.
Op 21 februari 1753 werd het door de erfgenamen van Beatrix Ruijl en die van de weduwe van de Johan Ruijl, voor ƒ 1.805,00 verkocht aan Arnoldus Petrus Bleesen, de eigenaar van de buitenplaats Het Clooster. Het naamloze buiten werd in 1754 afgebroken en de gronden werden bij Het Clooster gevoegd.
Bewoners
- - 1667 erfgenamen van Anna en Johanna de Haen
- 1667 – Pieter Bol x Magdalena Ruijl
- - 1700 Magdalena Ruijl
- 1700 – Aletta Bol
- - Beatrix Ruijl
- - 1753 erfgenamen Beatrix Ruijl
- 1753 – Arnoldus Petrus Bleesen
Huidige doeleinden
- Verdwenen
Bronverwijzing
- Groesbeek, J.W. - Heemstede in de historie - 1972 - pag 72-73