Buitenplaats Bantam

Ligging

Hilversum – Franse Kampweg

Geschiedenis

In 1731 kocht Jan Bernd Bicker (1695-1750), eigenaar van de buitenplaats Schaep en Burgh, een stuk grond achter (ten oosten) van zijn bezit van Naarden (Naarderveld), achter de kavels 1 tot en met 5 alsmede een extra strook grond aan de oostzijde daarvan (het latere oostelijke deel van Bantam).

Na het overlijden van Jan Bernd in 1950 koopt weduwe Bicker in 1790 van de eigenaar van ’s-Gravenhoek een strook grond aan de oostkant van dit landgoed. Haar oudste dochter Maria Johanna Bicker (1728-1807) kocht het landgoed aan.

Zij verhuurt het landgoed vanaf ca 1797 aan Hendrik Daniel van Hoorn (1731-1802) en 1801 koopt Van Hoorn het landgoed. Na het overlijden van Van Hoorn wordt Izaak Hodshon eigenaar van Schaep en Burgh en het oostelijke deel van huidige Bantam. Hij koopt in 1804 uit de erfenis van zijn buurman George Matthes een stuk grond, toen de buitenplaats ’s-Gravenhoek, nu waarschijnlijk het westelijke deel van Bantam.

De buitenplaats wordt in 1818 geveild door Hodshon en de koper is Willem van Loon. Na het overlijden van zijn vrouw Anna Louisa Agatha Winter in 1877 wordt de erfenis in ’s-Graveland in 3 delen verdeeld.

Het landgoed Bantam gaat naar Maurits Jacob van Lennep (1830-1913) en zijn echtgenote Caroline Wilhelmine van Loon. Het echtpaar bouwde in 1878 een landhuis. Tuinarchitect J.D. Zocher werd gevraagd om de parkaanleg (“Klein Zwitserland”) te verzorgen.

In 1899 is het verkocht aan Charles Henry Labouchere, bankier te Amsterdam.

De gemeente Bussum heeft het landgoed in 1924 aangekocht. Het landhuis werd in 1978 gesloopt. Natuurmonumenten is sinds 1984 eigenaar van het landgoed.