Hofstede Oud-Bussum

Ligging

Huizen - Flevolaan 67

Andere benaming

Hoogbussum, (Oud Bussem)

Geschiedenis

In 1609 kochten Goosen Lambertsz en Willem Pietersz de hofstede Oud Bussum van jonkvrouw Anna van Rosseau, weduwe van Paulus van Loo, baljuw van Naarden en Gooiland.

De erfgenamen van Lambertsz en Pietersz verkochten de hofstede Oud Bussum in 1629 aan Thymen Jacobsz Hinlopen (1572-1637). Bij de aankoop ging het Thymen om het creëren van een buitenplaats.

Na het overlijden van Anna Hinlopen in 1644, Thymen was al in 1637 overleden, werd hun ongehuwde zoon Michiel eigenaar van de hofstede. Eigendomsrechten van het grondgebied Oud Bussum gingen naar zoon Jacob, die er een tweede huis liet bouwen.

In het rampjaar 1672 werd het huis geplunderd en platgebrand. Jacob liet het huis wel herbouwen. Na het overlijden van Jacob in 1685 erfde zijn zoon François het terrein, dat hij in de loop der jaren in oude glorie zou herstellen.

Na het overlijden van François in 1719 kwam het in eigendom van zijn echtgenote Sara van Reygersbergh. In 1735, na haar overlijden, werd het verkocht aan de Amsterdamse koopman en bankier Abraham Scherenberg en zijn vrouw Johanna Dorothe D’Orville. Zij lieten op de buitenplaats een nieuw herenhuis bouwen.

Abraham Bredius, buskruitfabrikant, kocht de buitenplaats in 1825, die het grondgebied verder uitbreidde en hij liet een groot aantal bomen planten op het landgoed.

In 1895 werd de buitenplaats verkocht en in 1902 werd het grootste gedeelte van het terrein gekocht door de 24 jarige Joannes van Woensel Kooij, die hier een soort kolonie voor gezonde leefwijze annex modelboerderij (voor beterverdienenden) wilden stichten. Hiervoor werden de N.V. Oud-Bussem Exploitatie Maatschappij en later nog twee andere exploitatiemaatschappijen opgericht. Tussen 1902 en 1906 trok de bekende architect Karel Petrus Cornelis de Bazel een gebouwencomplex op met onder meer een stalgebouw van 170 m, die de naam 'Hofstede Oud Bussem' kreeg. Tussen 1902 en 1910 raakte het oude landgoed versplinterd door verkoop van een aantal terreinen.

In 1910 kocht Pieter van Leeuwen Boonkamp het landhuis en liet hij het landschapspark opnieuw ontwerpen en inrichten door L.A. Springer. In 1929 gaf hij de opdracht om het vervallen landhuis slopen. Architect Slothouwer ontwierp een nieuw buitenhuis dat tegenwoordig in gebruik is als kantoorgebouw. 

Bewoners

  • - 1609 Anna van Rosseau
  • 1609 - Goosen Lambertsz en Willem Pietersz
  • - 1629 erfgenamen van Goosen Lambertsz en Willem Pietersz
  • 1629 – 1637 Thymen Jacobsz Hinlopen x Anna Hinlopen
  • 1637 – 1644 Anna Hinlopen
  • 1644 – 1685 Jacob Hinlopen
  • 1685 - 1719 François Hinlopen x Sara van Reygersbergh
  • 1719 - 1735 Sara van Reygersbergh
  • 1735 - Abraham Scherenberg x Johanna Dorothea D‘Orville
  • 1825 - Abraham Bredius
  • 1902 - 1903 Joannes van Woensel Kooy
  • 1903 - NV Oud Bussem Exploitatie Maatschappij
  • 1910 – Pieter van Leeuwen Boonkamp

Huidige doeleinden

  • Kantoor

Opengesteld

  • Het huis is niet toegankelijk. Het landgoed is deels toegankelijk

Bronverwijzing

  • Noord-Hollands Arcadia
  • Hollandse datsja's. Hollandse en Utrechtse buitenplaatsen van Amsterdamse kooplieden op Rusland, circa 1600-1800

Foto's © Albert Speelman 2025

@