Buitenplaats Vliet en Cingelzigt

Ligging

Leiden - het heeft gelegen aan het einde van de huidige Schelpenkade tegenover de Wouterenbrug.

Geschiedenis

Voor het eerst werd het genoemd in een overdrachtsakte van 1746. De buitenplaats werd in de akte als volgt omschreven: 'Speeltuin genaamt Cliet en Cingelsicht met nieuw getimmerde koepel, speelhuis, kookhuis, tuinmanshuis, waterkom, terras, twee berceaux, nog een nieuw speelhuis ... vijver, met nog een speeltuin met broeikassen, alles aan de Vliet tegenover de Wouterenbrug op het einde van de Groene, en Blauwe Deputatenlaan ...' . Toen verkochten de erven van burgemeester Jan van Teylingen (1687 - 1744) de buitenplaats aan D. van Damme.

Andries van Warendorp (1734 - 1805), timmerman-aannemer, architect en daarnaast opzichter van de gebouwen van de Universiteit, werd in 1775 eigenaar. Na zijn overlijden in 1805 werd het verkocht

Na 1811 werd de buitenplaats uitgebreid door aankoop van de speeltuin met speelhuis Dubbelvaart. De toenmalige eigenaresse Adriana de Wit(te) verzocht in 1821 het Hoogheemraadschap van Rijnland in Leiden een sloot - die nog als vroegere scheidsloot van de twee voormalige speeltuinen dwars door het terrein van de buitenplaats liep en ook nog als afscheidingssloot met de speeltuin Dubbelvaart diende - te mogen dempen. In 1830 verkocht zij de buitenplaats aan Anna Maria Harmsen. Zij kocht het waarschijnlijk met de bedoeling er permanent te gaan wonen. In 1838 probeerde zij de buitenplaats publiekelijk te verkopen, deze verkoop werd echter door te lage inzet opgehouden.

Bewoners

  • - 1744 Jan van Teylingen
  • 1744 - 1746 ervan Jan van Teylingen
  • 1746 - D. van Damme
  • 1775 - Andries van Warendorp
  • - 1830 Adriana de Wit(te)
  • 1830 - Anna Maria Harmsen

Huidige doeleinden

  • Verdwenen

Bronverwijzing

  • De Leidse Lustwarande. Geschiedenis van de tuinkunst op kastelen en buitenplaatsen rond Leiden, 1600 - 1800.

Foto's

Foto's © Albert Speelman 2024

@