Buitenplaats Velder

Ligging

Liempde - Veldenseweg 10

Geschiedenis

Reeds in 1384 is er al sprake van Vellaer. In 1391 werd Liempde als een heerlijkheid uitgegeven door hertogin Johanna aan ridder Willem van Meerheim, Heer van Boxtel voor getrouwe diensten aan haar bewezen. Tot in de 19e eeuw is Liempde in het bezit gebleven van de Heren van Boxtel. In 1487 hoorde het bos van Velder toe aan de Heer van Ranst. Daarna wisselt het nog vele malen van Heer. In 1834 koopt de familie Van Diepen het op een openbare verkoping van Anne Adolphe Mark Willem Baron de Senerclens de Grancy. Op 12 december 1851 wordt het verkocht aan Johannes Francis van Bockel. In 1848 kocht hij van Matthias Alexander, baron Heeseman van Zuidwijk de heerlijkheid De Rumpt, hetgeen hem het recht gaf de naam Van Boeckel van Rumpt te dragen.

Het landgoed Velder bestond in 1851 uit eiken- en dennebos met een enkel zandweg er doorheen. Door het rooien van bomen werden eerst wegen aangelegd. Dit gebeurde volgens en dusdanig plan dat negen dreven op een punt samenkwamen. Ook begon men met de bouw van twee steenovens om uit eigen leemboden van de zogeheten weien "de grote en de kleine steenoven" zelf stenen te bakken. Met deze stenen werden eerst de drie boerderijen gebouwd.

Johannes Francis van Boeckel van Rumpt woonde met zijn vrouw Theresia Antonia van der Heijden in 's-Hertogenbosch. Per rijtuig kwamen ze naar Velder en verbleven dan op de eerste boerderij in een voor hen ingerichte kamer. Nadat de drie boerderijen zijn gebouwd werd begonnen met de bouw van Huize Velder in 1878. De Bossche architect Marechal liet een park met vijver aanleggen. Na het overlijden van Johannes Francis in 1867 kwam zijn vrouw met haar twee kinderen Adrianus en Marie in het huis wonen.