Buitenplaats De Ruyt

Ligging

Rijswijk - heeft ongeveer gelegen ter plaatse van de woningen Delftweg 83-87

Andere benaming

(De Ruit)

Geschiedenis

Kort na 1644 werd de buitenplaats gebouwd op een terrein waar eerder een kruitmolen stond. Adriaen Jacobus kocht in 1644 deze molen. De buitenplaats werd voor het eerst vermeld in 1655 wanneer deze werd verkocht . Bij de volgende verkoop in 1666 werd het in de akte omschreven als "een huis, erf, een stalling voor paarden, een koetshuis, een vijver, een boomgaard en drie morgen (ca 2,5 ha.) land". Het complex werd uitgebreid met onder meer een woning. De nieuwe woning was mogelijk bestemd voor de tuinman. In het daarop volgende jaar breidde de eigenaar zijn bezit uit met een kooltuin. De buitenplaats besloeg toen ongeveer 5 ha.

De buitenplaats kreeg daarna verscheidene eigenaren. Vanaf 1661 bleef de buitenplaats lange tijd in het bezit van de familie Graswinckel. Deze familie bezat eerder in de stad Delft een brouwerij met de naam De Ruyt. In 1767 vererfde de buitenplaats aan stadssecretaris Hendrick Vockestaert.

Op de kaart van het Hoogheemraadschap van Delfland uit 1712 is de buitenplaats afgebeeld. Het hoofdgebouw stond op korte afstand van de Vliet. Achter het hoofdgebouw lag de tuin, ingericht als een baroktuin.

Na het overlijden van Hendrick Vockestaert in 1786 kwam het door vererving in eigendom van zijn dochter Charlotte Amélie. Zij was getrouwd met mr. Lambert Engelbert van Eck. In de tijd werd de classicistische tuin van het landgoed omgevormd tot een romantische landschapstuin met slingerbeekjes. Voorafgaand aan de verkoop van de buitenplaats in 1786 is er een inventarislijs opgemaakt. Uit deze lijst blijkt dat naast het herenhuis ook een koetshuis, stal en tuinmanswoning aanwezig waren. Verder bevonden zich achter het huis een loods, een schuur en een kippenhok. In de moestuin stonden zes broeibakken. Ergens in de tuin bevond zich een theehuisje met 'glazen gordijnen'.

De familie Van Eck verkocht de buitenplaats in of kort na 1825. Bij de volgende verkoop in 1858 blijkt uit een advertentie dat de buitenplaats uit een herenhuis, een koetshuis, een stal voor 4 paarden, een tuinmanswoning alsmede enkele percelen wei- en hooiland te bestaan. Deze situatie bleef tot in 1864 vrijwel ongewijzigd. In dat jaar werd de buitenplaats gesloopt.

Op het terrein van de buitenplaats werden vanaf 1873 woningen gebouwd.

Bewoners

  • 1644 - Adriaen Jacobus
  • 1655 -
  • 1661 - familie Graswinckel
  • 1767 – 1786 Hendrick Vockestaert
  • 1786 – Charlotte Amélie Vockestaert x Lambert Engelbert van Eck
  • - 1825 – Charlotte Amélie van Eck-Vockestaert
  • 1825 -
  • 1858 -
  • 1864 sloop van de buitenplaats

Huidige doeleinden

  • Verdwenen

Bronverwijzing

  • Archeologisch Bureauondezoek en Inventariserend Veldonderzoek De Ruyt 2 - december 2005
  • A Baggerman en R Dekker – “Kind van de toekomst. De wondere wereld van Otto van Eck (1780-1798)”

Foto's © Albert Speelman 2023

@