Buitenplaats van de familie Van Oordt

Ligging

Rotterdam - Schoutenlaan

Geschiedenis

Op 31 januari 1800 had Bartha Kray, weduwe van de koopman Izaack Pierre Brodier, in eigendom overgedragen "een groote fray aangelegde vrugtbare wel beplante coepel en verdere commoditeiten, tuynhuys en erve". Het perceel grensde aan de zuidzijde aan de dijkwetering (van de Oostzeedijk) en aan de noordzijde de Bartholomeus Boogaard, in het westen "verscheijde gebeuren" en in het oosten de scheidingssloot van het land van Pieter van der Wallen.

Die "verscheijde gebeuren" waren diverse bewoonde kleine huisjes aan de oostzijde van de Schoutenlaan, die een blinde achtergevel hadden, zodat de bewoners van het daarachter gelegen landhuis voor onbescheiden blikken gevrijwaard waren.

Pieter Havelaar kocht op 27 februari 1801 het perceel van Bogaard, met nog een van de bovengenoemde huisjes, het laatste vermoedelijk voor zijn personeel. De buitenplaats werd in 1825 verkocht aan de suikerrafinadeur Hendrik van Oordt.

In 1890 wordt het landgoed voor 450.000 gulden verkocht aan de nieuwe eigenaars (een bouwcombinatie van drie personen). Zijn hebben het voornemen om alle landhuizen en tuinen te slopen en de grond bouwrijp te maken voor woningen.

Bewoners

  • - 1800 Bartha Kray
  • 1800 - 1801 Izaack Pierre Brodier
  • 1801 - 1825 Pieter Havelaar
  • 1825 - Hendrik van Oordt

Huidige doeleinden

  • Verdwenen

Bronverwijzing

  • Rotterdams Jaarboekje 1936 - "Een verdwenen buitenplaats aan de Schoutenlaan

Foto's © Albert Speelman 2024

@