Ligging
Utrecht - Deze buitenplaats besloeg een langgerekt gebied tussen de Maliesingel en de Nachtegaalstraat met aan weerszijden de Schoolstraat en de Parkstraat.
Geschiedenis
Op een ets van J. Spilman uit 1792 is het huis afgebeeld. Het lijkt er op dat het Renaissancehuis uit 1640 gebouwd is tegen een mogelijk ouder en hoger huis, met een middeleeuwse uitstraling.
Van 1653 tot 1677 werd het huis bewoond door de dominee-dichter Jodocus van Lodensteyn. Deze zeer-godsdienstige man was bij alle lagen van de bevolking geliefd. In het tuinhuis organiseerde hij godsdienstige bijeenkomsten met zijn geestverwanten, zoals Voetius en Anna Maria van Schuurman. In 1673 werd Van Lodensteyn met nog negentien andere aanzienlijke burgers door de Fransen als gijzelaars meegenomen. Na een verblijf van drie maanden in een fort bij Kleef, keerde hij pas terug, nadat de gemeente Utrecht f. 500.000,- had betaald aan de Fransen in ruil voor de vrijheid van de stad.
Begin 19e eeuw is het huis eigendom van N.G. Buddingh, die in 1813 door de Fransen als krijgsgevangene wordt meegenomen.
Een groot gedeelte van de tuin hoorde toen inmiddels niet meer bij het huis, maar was een openbaar park geworden met een sociëteit en een herberg waar men ook kon kolven en kegelen. Als er iets te vieren was, kon er gedanst worden in een verlichte tuin.
Voor 1850 moet het huis gesloopt zijn en vanaf 1870 werd op het terrein van het vroegere huis begonnen met de bouw van nieuwe huizen. Zo ontstond de Parkstraat. Drie jaar later koopt de gemeente het gedeelte van de buitenplaats aan de Nachtegaalstraat om er een school te bouwen. Aan deze school dankt de Schoolstraat zijn naam.
Bewoners
- 1653 - 1677 Jodocus van Lodensteyn
- < 1813 - N.G. Buddingh
Huidige doeleinden
- Verdwenen
Bronverwijzing
- Buitens binnen Utrecht
- De Utrechtse wijken - Oost