Ligging
Voorburg – lag naast de buitenplaats Veldzigt
Andere benaming
Nieuw-Vronesteyn
Geschiedenis
In 1731 was het een warmoezierswoning, met 2 morgen 4 hont teelland en verhuurd aan Gerrit van den Bergh. Door mr Laurens de Rantere, advocaat, werd het op 7 september 1744 verkocht aan Hendrik Daemen en als buitenplaats vermeld. Hij verkocht het in 1783 aan Johannes Huygens.
In 1825 was Joost Vrijdag eigenaar. De omschrijving luidde: ‘heerenhuis, stal, koetshuis, tuinmanshuis en koepel, ter grootte van 3 bunder, 68 roeden, 46 ellen’. Op 29 december 1829 werd Johannes Cool ( -1870) eigenaar, Schiedamse ‘brander van alcohol’. Hij overleed in 1870.
In 1870 kocht Adrianus Johannes Baesjou van Vronesteyn de buitenplaats Buitenrust en doopte hij het om in Nieuw-Vronesteyn. Adrianus was van 1875 tot 1883 wethouder van Voorburg. De toevoeging 'van Vronesteyn' aan de naam 'Baesjou' ontleende hij aan het feit dat hij eigenaar was van de ambachtsheerlijkheid Vronesteyn nabij Jutphaas.
Voor en tijdens de Eerste Wereldoorlog was het eigendom van Johannes Hubertus de Kuyper, die evenals Cool uit Schiedam kwam en 'brander van alcohol' was. Rond 1914 stelde de weduwe van Johannes Hubertus de Kuyper (van de Schiedamse firma Johannes de Kuyper & Co): mevrouw Christina C. de Kuyper-van Donselaar het buiten ter beschikking van Belgische vluchtelingen ten gevolge van de Eerste Wereldoorlog.
In 1930 werd het buiten afgebroken en maakte plaats voor een villawijkje.
Bewoners
- - 1744 Laurens de Rantere
- 1744 – 1783 Hendrik Daemen
- 1783 – Johannes Huygens
- 1825 Joost Vrijdag
- 1829 - 1870 Johannes Cool
- 1870 - Adrianus Johannes Baesjou van Vronesteyn
- - Johannes Hubertus de Kuyper
Huidige doeleinden
- Verdwenen
Bronverwijzing
- Die Haghe. – A.W. de Vink, “Voorburgsche buitenplaatsen”, 1903
- Website gemeente Leidschendam-Voorburg