Buitenplaats Haagzigt

Ligging

Voorburg – het huis heeft ongeveer gelegen aan de Corbulokade

Andere benaming

(Haagzicht)

Geschiedenis

De buitenplaats komt voor het eerst voor in 1734, wanneer op 20 augustus, Maria Wilhelmina de Roo, weduwe van Pieter Groenhoff, haar ‘plaijzier- of buiten-Plaats, genaamt Haagzigt, gelegen in den Ambagte van Voorburg bij de Geestbrugge’, aan Hendrik Reijne verkoopt.

In 1771 kocht George Mercki voor ƒ 3780. In 1783 wordt het voor ƒ 1650 verkocht aan Francina Ennens.

Als bewoner van een heerenhuis met koepel, wordt in 1828 de weduwnaar Cornelis Bresler en in 1831 Johannes Justus Krantz genoemd.

Gemeente Voorburg geeft op 7 januari 1856 een ‘verklaring van geen bezwaar’ af voor de oprichting ‘eener stoomkorenmolen aan belending onzer gemeente aan het buiten verblijf Haagzicht’. Josue Emile Koechin sticht samen met zijn schoonvader, de Haagse bakker Nicola, aan de Trekvliet, een grote stoommeelfabriek.

Bewoners

  • - Pieter Groenhoff x Maria Wilhelmina De Roo
  • - 1734 Maria Wilhelmina De Roo
  • 1734 – Hendrik Reijne
  • 1771 – George Mercki
  • 1783 – Francina Ennens
  • 1828 – Cornelis Bresler
  • 1831 – Johannes Justus Krantz x Cornelia Sibilla van de Laar

Huidige doeleinden

  • Verdwenen

Bronverwijzing

  • Haags gemeentearchiet – notaris Willem van Belle – inv.nr. 2469
  • Die Haghe – A.W. de Vink, “Voorburgsche Buitenplaatsen”, 1903
  • Léon van Adrichem, “Stoommeelfabriek van Nicola Koechlin & Co.”, Haagvaarder, jaargang 7, nummer 24, februari 2000

Foto's © Albert Speelman 2025

@