Buitenplaats Leeuwensteijn

Ligging

Voorburg - Park Leeuwensteijn

Andere benaming

Wilhelminaburg

Geschiedenis

Het werd reeds vermeld in het jaar 1351. Het adellijk goed was van 1440 tot 1782 eigendom van de familie Van Alckemade. De laatste telg uit dit geslacht, Paulus van Alckemade, vrijgezel en de laatste, inmiddels zeer verarmde telg uit deze familie had bij zijn veelvuldige bezoeken aan de herberg 'De Swaen' genegenheid opgevat niet alleen voor herbergier Zeger van Steensel, maar nog meer voor diens echtgenote Johanna Moeskop. Hij liet in 1778 bij testament vastleggen dat het familiebezit bij zijn overlijden over zou gaan naar de herbergiersvrouw. Op die manier werd Johanna in 1782 plotseling grootgrondbezitster en mocht zich zelfs tooien met de van Paulus geërfde titels en zich aldus voortaan noemen: Johanna van Steensel-Moeskop Vrouwe van Creuningen, Reyerskop en Leeuwesteyn.

Op 23 mei 1792 koopt Prince het landgoed voor ƒ 17800. En op 22 december 1801 werd het door mr. Johan van Kuffelaar gekocht voor ƒ 20000.

In 1828 kocht een ex-hofdame van stadhouder Willem V de buitenplaats en werd de naam tijdelijk veranderd in Wilhelminaburg.

Louise Rudolphine Julie Vignon (1785-1869) getrouwd met jhr mr Daniel François van Alphen (1774-1840) woonden in Voorschoten. Na het overlijden van haar echtgenoot in 1840, verhuisde zij in 1841 naar Leeuwenstein, dat toen nog Wilhelminaburg heette. Zij kocht het landgoed voor een bedrag van ƒ 13.200 van de erfgenamen van weduwe Elizabeth Constantia Huijsinga (1783-1840) met de bedoeling daar een nieuw leven te beginnen.

Na vijf jaar kon zij haar draai niet vinden en probeerde het landgoed te verkopen. Op 28 juli 1846 vond er een veiling plaats, maar er werd te laag geboden en de verkoop ging niet door. In november 1846 werd het landgoed onderhands verkocht aan Johan David van der Trappen voor een bedrag van ƒ 17.000.

Prinses Marianne (1810-1883), dochter van koning Willem I en eigenaresse van Rusthof. kocht de buitenplaats aan als gastenverblijf in 1861.

Prins Albert van Pruisen erfde in 1883 de Voorburgse bezittingen van zijn moeder. Na zijn overlijden werd de buitenplaats in 1907 door Duitse koninklijke familie verkocht. De Shell kreeg in 1922 de buitenplaats Leeuwenburg, evenals trouwens de buitenplaats Hoekenburg, aangeboden als vestigingsplaats voor haar sportcentrum. Uiteindelijk werd dit Huis te Werve in Rijswijk.

In 1935 kwam de buitenplaats in handen van projectontwikkelaars. Deze lieten het landhuis afbreken. Na verkaveling van de grond werd het huidige villapark gerealiseerd.

Van de buitenplaats herinneren alleen de omgrachte huisplaats en twee liggende leeuwen bij de ingang van het villapark. De beelden zijn replica's van originelen die 1998 werden gestolen.

Bewoners

  • 1440 - familie Van Alckemade
  • - 1782 Paulus van Alckemade
  • 1782 - Johanna Moeskop
  • 1792 – Prince
  • 1801 – Johan van Kuffeler
  • 1841 – 1846 Louise Rudolphine Julie Vignon
  • 1846 – Johan David van der Trappen
  • - 1883 prinses Marianne
  • 1883 - 1906 Albert van Pruisen
  • - 1906 familie Van Pruisen

Huidige doeleinden

  • Verdwenen

Bronverwijzing

  • Kastelen en buitenplaatsen in Zuid-Holland
  • Die Haghe - JW de Vink – “Voorburgsche buitenplaatsen”, 1903

Foto's © Albert Speelman 2023

@