Buitenplaats Veldzicht

Ligging

Voorburg - Oosteinde

Andere benaming

(Veldzigt, Veldsigt)

Geschiedenis

In 1733 liet een zekere Pieter Frater aan het Oosteinde de buitenplaats bouwen op de plek van een voormalige warmoezierstuin. De opvolgende eigenaren, in 1757 de heer Duijfhuis en in 1761 notaris Beukel Henricus den Dansser, procureur voor het gerecht Den Haag, bewoonden het huis als tijdelijk buitenverblijf.

Na het overlijden van Den Dansser in 1784 werd François Schilmans uit Rotterdam de nieuwe eigenaar. Hij liet in 1785 het oude huis afbreken en een nieuwe bouwen.

In 1802 werd het verkocht aan Geertruid Anna van der Burgh, weduwe van Iman Meijnard Cau uit Delft, voor ƒ 9.600, terwijl zij op 13 april 1804 ook het buitentje Vreeburg voor ƒ 2.500 bijkocht. Het geheel wordt omschreven als: 'huis, koetshuis en stalling, schuitenhuis, hoenderen duivenhokken, met een salon en speelhuis aan den Vliet en een dito aan den heereweg, met boomgaard, bosch en nog twee huisjes'.

Het geheel werd verkocht voor ƒ 9.000. Herman van Heezel uit Den Haag wordt in 1816 als bewoner genoemd. In 1827 is Hendrik Abraham Bollard, procureur in Den Haag, eigenaar van een heerenhuis, tuinmansstal en koetshuis.

Bewoners

  • 1733 - Pieter Frater
  • 1757 – Duijfhuis
  • 1761 – Beukel Henricus den Dansser
  • 1784 – François Schilmans
  • 1802 – Geertruid Anna van der Burgh
  • 1816 – Herman van Heezel
  • 1827 – Hendrik Abraham Bollard

Huidige doeleinden

  • Verdwenen

Bronverwijzing

Foto's © Albert Speelman 2024

@