Buitenplaats Vlietwijck

Ligging

Voorburg - Oosteinde

Geschiedenis

Johan van den Brouck kocht het huis in 1640 voor ƒ 3600 en liet het restaureren en een tuin aanleggen. In 1646 verkocht hij het aan Jacques de Grand Perrin, waarna het in 1649 in eigendom kwam van Judith Pietersdr. Ongenae, weduwe van de Rotterdamse predikant Jacobus Leeuwius, voor een koopprijs van ƒ 8250. Voor ƒ 1700 was nog bij de koop inbegrepen: “de behangsels in verscheijde camers, ledikanten, taeffeleleen, uijttreckende taefels, wagheschottens kassen, bedtsteden, een speeljachtge, brandinge, misse, thuyngereedschap, haertijsers, bottelerijplancken, bier ende wijnstellingen, enz”.

In 1657 komt de hofstede voor ƒ 7100 in het bezit van de voormalige luitenant-kolonel Samuel Casembroot, getrouwd met Anna van Dueren. Hij laat in 1658 het huis afbreken en een nieuw fraai gebouw neerzetten. In 1661 verkochten de erfgenamen de bezitting voor ƒ 6500 aan Johan van Berckel, die het een jaar later verkoopt aan Pieter Reser, gedeputeerde van Zeeland, voor ƒ 6600.

Na het overlijden van Pieter Reser, verkoopt zijn weduwe Barbara van der Marckt, de buitenplaats aan Laurens Ravens, juwelier in Den Haag, voor ƒ 10000. Daarna wordt het verkocht aan Abraham Hoogenhoek in 1676. Die het in 1678 verkoopt voor ƒ 8000 aan Johan Martyn. Een jaar later verkoopt hij het aan mr. Benjamin Cromstrijen (-1704), getrouwd met Maria Bosschaardt (-1706). Hij bewoond het tot aan zijn overlijden in 1704.

Pieter Kaasenbroot, getrouwd met Anna Jacoba Boxel, verkopen het in 1715 aan de uitgeweken hugenoot Jacques Laverny. In 1717 koopt Maria van Helburgh, weduwe van Martin Crook, de buitenplaats. Zij verkocht het in 1722 aan Abraham Quevellerius, heer van Sint Pancras. Zijn erfgenamen verkopen het in 1740 aan mr. Adriaen van der Mieden. Na zijn overlijden werd het huis bewoond door zijn weduwe Elisabeth Wouters.

De erfgenamen van Wouters, verkopen het in 1766 aan Jacob Paulus, voor een bedrag van ƒ 13400. In 1771 werd het verkocht aan Bartholomeus Gerard van den Velde voor ƒ 8600. Het wordt in 1779 verkocht voor ƒ 16000 aan mr. François van der Hoop. In dat jaar werden de meubelen en schilderijen geveild. In 1781 koopt mr. Rippert van Royen voor ƒ 20000 het huis.

In 1801 werd Richard Sturenbergh eigenaar van de schitterende buitenplaats 'Vlietwijck' dat ten westen van de Wijkerbrug lag. Dat in die tijd zelfs het behang belangrijk was blijkt uit het feit dat Richard Sturenbergh - hij was koopman, afkomstig uit Rotterdam, een herenhuis kocht 'met de behangsels, negen spiegels, koetshuis, twee separate remises, paardenstalling, tuinmanswoning en tuin, groot anderhalve morgen'. En dat alles voor de prijs van ƒ 17.500,- .

Bewoners

  • 1640 – 1646 Johan van den Brouck
  • 1646 – Jacques de Grand Perrin
  • 1649 – Judith Pietersdr. Ongenae
  • 1657 – 1661 Samuel Casembroot x Anna van Dueren
  • 1661 – 1662 Johan van Berckel
  • 1662 – Pieter Reser x Barbara van der Marckt
  • - 1676 Laurens Ravens
  • 1676 – 1678 Abraham Hoogenhoeck
  • 1678 – 1679 Johan Martyn
  • 1679 – 1704 Benjamin Cromstrijen x Maria Bosschaardt
  • - 1715 Pieter Kaasenbroot x Anna Jacoba Boxel
  • 1715 – Jacques Laverny
  • 1717 – 1722 Maria van Helburgh
  • 1722 – Abraham Quevellerius
  • 1740 – Adriaan van der Mieden x Elisabeth Wouters
  • 1766 – Jacob Paulus
  • 1771 – Bartholomeus Gerard van der Velde
  • 1779 – François van der Hoop
  • 1781 – Rippert van Royen
  • 1801 - Richard Sturenbergh
  •  

Huidige doeleinden

  • Verdwenen

Bronverwijzing

  • Die Haghe – A.W. de Vink, “Voorburgsche Buitenplaatsen”, 1903

Foto's © Albert Speelman 2024

@