Ligging
Zeist - de buitenplaats heeft gelegen tegenover het landhuis Veldheim aan de Utrechtseweg 69
Andere benaming
Bijgeval, "Oud-Veldheim"
Geschiedenis
Op 1 mei 1841 hebben de heren Cornelis Hoogeveen, fabrikant, Johannes Hendrikus Kraamwinkel, koopman, en dr. Agnites Vrolik, inspecteur essayeur-generaal van de Rijksmunt uit Utrecht een stuk grond voor 10 jaar in erfpacht ontvangen van Frans Nicolaas van Bern uit Zeist. Hij was burgemeester van Zeist en lid van de provinciale staten van Utrecht. In 1842 hadden de heren op het in erfpacht verkregen perceel een herenhuis gebouwd en een tuin met park aangelegd. In 1848 hebben ze het grond gekocht van de erfpacht gever voor 10.700 gulden. De naam van de buitenplaats was Bijgeval en werd later gewijzigd in Veldheim.
De heer dr. Agnites Vrolik (1810-1894) breidde zijn buitenplaats uit met een overplaats. Hij kocht voor in 1849 voor 4150 gulden een tegenover Veldheim gelegen perceel grond. In 1854 liet hij het herenhuis verbouwen. In 1855 verhuurde hij het herenhuis voor vier jaar aan Johanna Pols. In 1857 kocht zij de schuin tegenover Veldheim gelegen buitenplaats Schaerweijde.
In 1858 wordt de buitenplaats verkocht aan Johannes Cornelis Clottebooke Patijn, heer van Kloetinge (1832-1876 ) voor 31.000 gulden. Hij was in 1857 getrouwd met jkvr. Anna Calkoen. Zij gebruikten de buitenplaats als zomerverblijf. Hij breidde zijn bezittingen in Zeist uit van ruim 5 ha tot meer dan 61 ha. Patijn liet in 1865 zijn buitenhuis verbouwen.
In 1877 werd het huis aan de Kroostweg dat in 1871 was aangekocht, herbouwd. Het huis deed sindsdien dienst als woning van de koetsier. Het koetsiershuis wed in 1966 gesloopt in verband met de bouw van een gymnastieklokaal ter plaatse.
Na het overlijden van Johannes Patijn in 1876 erfde zijn zoon mr. Johan Jacob Clottebooke Patijn de buitenplaats. Tussen 1897 en 1903 liet hij het herenhuis en het stalgebouw verschillende keren verbouwen. Hij was blijkbaar niet tevreden met zijn ruim zestig jaar oude herenhuis. Hij gaf opdracht aan de architect Jan Stuivinga om voor hem een landhuis te bouwen op de overplaats van Veldheim. Zijn nieuwe buiten kreeg de oude naam Veldheim.
In 1911 wordt de oude buitenplaats voor afbraak verkocht aan de Utrechtse aannemer J.R. Simonis voor 2820 gulden. De buitenplaats werd voortaan de overplaats genoemd. Na het overlijden van Patijn in 1922 verkopen de erfgenamen de overplaats in 1925. Hierna volgde verkaveling van de buitenplaats.
Bewoners
- 1842 - 1848 verhuurd
- 1848 - 1858 Agnites Vrolik
- 1858 - 1876 Johannes Cornelis Clottebooke Patijn x Anne Calkoen
- 1876 - 1911 Johan Jacob Clottebooke Patijn
Huidige doeleinden
- Verdwenen
Bronverwijzing
- Oud-Utrecht 1999-1 - "De buitenplaats Oud-Veldheim in Zeist" door R.P.M. Rhoen